Keurslijf

18 juli 2015 - Colombo, Sri Lanka

Ik word nog eens goed in snorkelen. Zelfs de kans dat ik ooit heel misschien mijn onderwater-hoogtevrees overwin en voor mijn duikbrevet besluit op te gaan, lijkt steeds iets minder miniscul. Waarschijnlijk niet tijdens deze reis, maar ach, het is een stapje vooruit - ik wil notabene ook nog nieuwe dingen op mijn veertigste kunnen ondernemen. In een land dat bestaat uit 7107 eilanden, ontkom je er ook niet aan om veel tijd in het water door te brengen. Deze keer heb ik het rondreizen een beetje beter aangepakt en nu uiteraard bijna alle eilanden gezien. Ahum, nog maar een paar duizend te gaan, met tien op de teller. Vanuit Manila (helaas helaas) gevlogen naar Panglao in Bohol, toen met de boot naar Siquijor en vanuit hier met de boot naar Dumaguete voor een korte tussenstop, alvorens ik Apo Island kond bereiken. Daarna weer via Dumaguete naar Oslob en Moalboal in Cebu, en door naar het bekende Boracay middels de lokale befaamde gele bussen en een ferry - en een nachtje gestrand in het onbekende Bacolod op het eiland Negros. Afgesloten met de kortste vlucht ooit, terug naar de hoofdstad Manila. De route in het kort dus, wat een beauty. Want plannen in de Filippijnen, dat blijft een uitdaging.

Het begon dan ook weer goed, dit filipino avontuur. Na mijn vorige verhaal weten jullie dat ik compleet relaxt en voorbereid voor de tweede keer naar dit land vertrok - dus het zal jullie vast verbazen als ik vertel dat ik de mevrouw van Kuwait Airways wel achter de balie kon uitrukken toen ze een exitticket uit de Filipijnen van me eiste. Een uur voor mijn vlucht en WiFi die met geen mogelijkheid samenwerkt met mijn telefoon. Tja, ik ben niet zó debiel dat ik ondertussen niet weet dat zo'n exitticket een vereiste is van een visa on arrival, maar voor zo'n impulsieve niet-planner als ik, is dat het risico dat je neemt. Negen van de tien keer is er namelijk niemand die er naar vraagt. Maargoed, zoals ik wel vaker op vliegvelden lijk te hebben de laatste tijd, weer een leuke stresstest. Vrij hoog gescoord, met mijn bloeddruk dan denk ik. Op vliegvelden blijken ze bij die leuke vliegtuigmaatschappijkantoortjes geen goedkope vluchten aan te bieden, dus na 2000 tevergeefse pogingen en een akelig snel tikkende klok, stond ik smekend bij de infobalie - waar de mevrouw mijn internet fixte, maar het niet kon laten me erop te wijzen dat het echt niet mogelijk was om mijn vlucht te halen aangezien ik nooit zo snel een vlucht kon boeken. Nou, motivatie des te meer - let jij maar eens op trut. En ach, de beveilingingscheck en boarding, is toch ook veel leuker rennend. Dit gebeurt me in ieder geval nooit nooit meer, voortaan heb ik altijd een exitticket op zak, in indianembassy-paint-namaak format.

En als ik alweer even vergeten was waarom ik Manila zo verschrikkelijk vind, dan wist ik het wel weer toen het me maar liefst vier uur kostte om van het vliegveld naar mijn hostel te komen (toch zo'n 15 kilometer, eigenlijk nog sneller lopend) in de dampende uitlaatgassen en met hoofdpijn van alle getoeter. Dappere poging ook om in het donker met het openbaar vervoer te gaan. Zo'n vier bussen, een jeepney, taxi, een verjaardagsfeestje van mijn eenzame busbuurman en 25 gesprekken later (waar ga je naartoe, mijn god reis je alleen, engggg, pas je wel op?!) trof ik Christoph weer (die ik vanaf nu ook in mijn blog Haubi zal noemen, omdat het gewoon een Haubi is en iedereen hem zo noemt). Jep, ondanks dat we flink kunnen discussieëren en ruzieën (we lijken echt veel op elkaar), zijn we super goede reismaatjes, lachen we ons dood samen en dachten we 'why not?!' - wat zo'n beetje de lijspreuk is van ons beiden. Ik had in ieder geval drie dingen in gedachten die ik wilde doen, namelijk: de chocolate hills bekijken, met walvishaaien snorkelen en naar een inieminie eiland waar het krioelt van de zeeschildpadden (tot nu toe had ik die tot mijn grote spijt nog steeds nooit in het wild gezien) - en yes, ik heb alledrie de dingen gedaan. En de beestjes, dat zijn toch altijd de hoogtepunten. 

Want wat zijn die walvishaaien indrukwekkend. De vorige keer dat ik in de Filippijnen was had ik eigenlijk besloten dat ik dit niet wilde doen, aangezien ze de dieren lokken en het natuurlijke ritme verstoren door ze te voeren. Maar tja, net als iedereen die dit doet, wil ook ik dit één keertje in mijn leven doen. Dus ben ik egoïstisch geweest en heb ik mijn principes overboord gegooid. Ondanks dat het nog steeds niet helemaal lekker voelt, moet ik zeggen dat het niet zo vreselijk leek voor de dieren en werd het goed georganiseerd - voorzover ik dat als leek kan inschatten natuurlijk. Toen we erachter kwamen dat ze al op 15 meter van de kust zwemmen en vanaf het strand zelfs al een enorme kop boven water konden zien komen, overwogen we nog even om zelf met onze snorkel vanaf het strand ernaartoe te zwemmen, maar voordat je ze überhaupt bereikt wordt je natuurlijk al door de locals uit het water gevist of met iets op je kop gemept. Voor niets gaat de zon op. Dus stapten ook wij na een korte briefing in een bootje voor maar een paar meter roeien. De boten bleven op één lijn stilliggen en de walvishaaien kwamen hier van alle kanten op af. Mensen die op ze afzwommen werden teruggefloten. Idioten waar ik sowieso niks van snapte, jaag je ze eerder mee weg. Want sjonge jonge wat komen ze dichtbij! Je mag ze absoluut niet aanraken, maar dat is onmogelijk omdat ze praktisch tegen je aanzwemmen. Dat gebeurde dan ook meer dan eens. Voordat ik uit de boot sprong verwachtte ik te gaan hyperventileren als ik zo'n tien meter groot gevaarte op twee meter afstand zou zien. Maar niets was minder waar. Het was hypnotiserend, zo relaxt en zachtaardig als ze eruit zien, ik had er uren naar kunnen blijven kijken. Zeker zes stuks zwommen om ons heen en onder ons door. Twee keer kwam er een recht op me af gezwommen en vlak voor me zwom die onder me door, maar niet zonder zijn rug langs mijn benen te schuren en me met zijn staart nog even zachtjes richting de boot terug te duwen - waardoor ik ook echt geen kant meer op kon. Zo machtig en wat voel je je klein dan (leuk voor de verandering). 

Een ander hoogtepunt was zonder twijfel het zien van de zeeschildpadden. Na Thailand probeer ik de toeristische, georganiseerde route nog meer te mijden en nog spontaner en op de lokale manier te reizen. Ik heb er een gruwelijke hekel aan om een stickertje opgeplakt te krijgen en met dertig andere toeristen als sardientjes in een bus of boot gepropt te worden. Het is leuk om zelf uit te zoeken waar je naartoe moet, om te verdwalen (af en toe dan) en in dorpjes te stranden waar de mensen naar je zwaaien omdat ze misschien nog nooit een 'white person' hebben gezien. Sinds de eerste week heb ik mijn Lonely Planet dan ook 'de tas uit' gedaan en ga ik uit van wat ik hoor van medereizigers en de locals - ook maak ik sinds kort gebruik van de app 'maps me'. Ik vind het maar luxe om geen honderd keer meer per dag te verdwalen en heerlijk om zelf altijd te weten hoe ver iets is, waar slaapplekken, restaurants en bus-, trein- en bootroutes zijn - dat is immers alles dat je moet weten en het helpt ook echt om minder vaak opgelicht te worden. Maargoed, op zoek dus naar een moeilijk te bereiken eiland, zonder al te veel andere toeristen, kwamen we op Apo eiland. Dit staat niet in de Lonely Planet en is zo klein dat het op het merendeel van de kaarten niet te vinden is - perfect. En dat is het ook. Zoals zo vaak, hadden we weer geluk. Op internet lazen we dat er vanaf een dorpje verder waarschijnlijk een bootje zouden kunnen regelen. Nadat we in een overvolle jeepney met alle kinderen handjes hadden geschut en op tien stiekeme foto's stonden, kwamen we aan bij een kleine haven (als je het al zo kunt noemen) en bleek er net een bootje te vertrekken. Alles moet natuurlijk via het land worden aangevoerd, dus ingebouwd tussen eten, water en flesjes frisdrank konden we vertrekken. Gelukkig zat onze baggage in plastic zakken, want toen het eiland in zicht kwam, was ik nat van de golven - en voordat ik van de boot afgeklauterd was, zag ik al een kop van een schildpad boven water komen, yes! Maar voordat we in het water konden springen, moesten we een slaapplek vinden, zoals altijd mijn favouriete bezigheid, met 40 graden met een backpack op je rug door het zand lopen. Van te voren was ik een beetje nerveus aangezien ik niet goed wist hoe basic en groen het zou zijn - de herinneringen naar het tipi hutje dat ik eerder had op de Filipijnen, kwamen terug naar boven en ik zag al tien vogelspinnen voor me. Maar voor een eiland zonder stromend water en met maar een paar uurtjes electriciteit per dag, was de accomodatie veel luxer dan ik van te voren had durven dromen - een echt bed en zelfs ramen (dus ik heb maar één spin gezien). Zeker in vergelijking met de houten hutjes waarin de lokale bevolking sliep, hadden wij een paleisje. Al moet ik zeggen, ik waardeer ventilators echt honderdduizend keer meer dan van te voren. Jezus wat was het warm 's nachts . Na twee slapeloze en zeer frustrerende nachten (voor mij dan), ontdekte ik de perfecte slaapremedie: slapen onder een laken dat we drijfnat hadden gemaakt in de ton met ons regen/douchewater - al kreeg ik daar ook wel een beetje jeuk van, gezien had water niet helemaal beestjes-loos was, maar ach. Je moet er iets voor over hebben om te zwemmen met zeeschildpadden - douchen met een emmertje en je tanden dan maar zonder al te veel water poetsen, het is 't meer dan waard. Snorkelend vanaf het strand, als je zelfs nog steeds kunt staan, krioelen ze al om je heen. En geen kleintjes, zeker een meter doorsnede, zo prachtig. Waarschijnlijk was de helft even oud of zelfs ouder dan ik ben. 

Maarja, al dat snorkelen was misschien niet zo verstandig... Puberaal als ik ben, wil ik natuurlijk altijd het liefst datgene wat ik niet kan of mag hebben - en verklaart dat misschien waarom ik opeens zo graag wilde snorkelen. Zoals ik eerder schreef, kreeg ik behoorlijke oorpijn vlak voordat ik naar Thailand vloog vanuit Indonesië. En alhoewel het een tijdje wat beter leek te gaan (ik zag er niet meer constant uit als Dombo, met een opgezwollen flapoor), had ik er eigenlijk een dikke maand later nog steeds last van. Tja, het is overbodig om te zeggen dat ik de dokters en ziekenhuizen in Azië het liefst vermijd, maar ik kon er niet meer onderuit komen. Dus onder het mom van 'interessant om hier ook eens een ziekenhuis gezien te hebben', ging ik naar de lokale dokter op Siquijor. En een eiland waarvan je de naam uitspreekt als sicky whore, dat kan toch alleen maar fun betekenen. Het eiland van de natural healers, waar ik eigenlijk veel nieuwsgieriger naar was. Maarja als je al zo lang met een klacht rondloopt, vergt het misschien toch iets meer dan een paar zalfjes, gebedjes en wierook om het te genezen. Al moest ik dat natuurlijk ook even proberen, maar de twee vrouwelijke natural healers die we in de bergen opzochten, voelden niks aan van mijn oren waardoor ik eindigde ik met vreemde warme bladeren op mijn rug, een handlezing en kruidenthee tussen de varkens, kippen en koeien in hun houten huisje. En wat een grap, de enige dokter van het lokale ziekenhuis (dat even omgetoverd was tot een kerk voor een speciale mis) bleek een paar daagjes weg te zijn, waarom niet. Dus kon ik na heel veel aandringen terecht bij een vroedvrouw (althans dat vermoed ik, aangezien ik de enige niet zwangere patient was) en die had heel snel gezien wat er aan de hand was. Nadat ik naar en soort labaratorium moest, waar iedereen me aanstaarde en spontaan de lachkriebels van me kreeg, werd er een vies stoffig ding in mijn oor gestopt - de openbare wc van Mc Donalds is drie keer zo schoon dan deze ruimte - kreeg ik een antibiotica voorgeschreven en werd er iets gebrabbeld over twee weken niet zwemmen (oeps). Oh enne, sinds twee maanden laat ik wel heel erg veel DNA achter overal. Aangezien ik opnieuw weer half kaal aan het worden ben. Gelukkig heb ik nogal wat haar en dus nog even te gaan voordat ik een ticket naar huis boek voor fatsoenlijk eten, maar het baart me wel zorgen. Ik denk niet dat ik er kaal zo aantrekkelijk uitzie. Uit je keurslijf, lekker in je vel? En tja, wist ik veel, dat dit het begin zou zijn van een reeks ziekenhuisbezoekjes en rekeningen, aangezien ik half doof zou worden. Maar daar kom ik later op terug.

Een maand in een land vliegt echt voorbij. Eerst moet je bepalen hoe de route er ongeveer gaat uitzien en welke kant je het eerst op gaat. Voordat je het weet zijn er drie weken voorbij en zeg je eens tegen elkaar ' what's next?'. Maar geloof me, zeker ik ben erg goed in het uitstellen van lastige vragen en dan heb je opeens nog maar twee dagen en is er nog geen beslissing gemaakt. Tja reizen we samen verder? 'En ik dan?!', hoorde ik mijn India visum verwijtend vragen.Wordt het niet een beetje te gek als we nog een maandje samen reizen, dan gaan we wel akelig veel op een stelletje lijken. Telt het dan toch nog een beetje alsof ik alleen weg ben?  In hoeverre gaan we onze eigen plannen aanpassen aan de ander? Dilemma's. Maar aan de andere kant, wat boeit het eigenlijk. Het is gezellig samen, waar je ook bent, je kunt er een super tijd hebben - en samen betekent nog steeds dat je je eigen ding kunt doen en genoeg andere mensen ontmoet. Dus die knoop was doorgehakt. Maar waarnaartoe dan? India was geen optie aangezien Haubi geen visum had en ik me dan schuldig zou voelen omdat hij het meer voor mij zou doen - maar ik was uitgekeken op de landen in dit stukje Azië en toe aan iets nieuws. What the hell, op naar Sri Lanka!

 

Een paar andere belevenissen in het kort (ofja, niet zo extreem lang):

○ Nadat ik in Bangkok overhit in het vliegtuig naar Manila was gestapt, kwam ik naast een zakenmeneer uit Koeweit te zitten. Al snel hadden we een diepgaand gesprek en stelde hij me allerlei directe en persoonlijke vragen: wat ik hoopte te vinden met reizen, wat ik zoal geleerd had, hoe ik de toekomst zag etc. Ik denk dat ik ook wel een beetje moest blozen toen ik aan deze oudere Islamitische man, die het al vrij schokerend vond dat ik alleen reisde, vertelde dat ik graag seksuologie zou willen studeren. Maar hij reageerde zo leuk en begripvol dat ik daarna ook meer durfde te vragen naar zijn gearrengeerde huwelijk en hadden we het over de liefde, seks, man-vrouw verhoudingen en hoe onze visie hierop verschilt door onze ervaringen en cultuur. Van zo'n intensieve, zelfreflecterende gesprekken wordt je wel een beetje moe, dus toen ik mijn ogen weer open deed nadat ik half was ingedoezeld, ontdekte ik dat hij was verdwenen. Daarna kon ik nief meer rustig zitten en bleef ik me afvragen of hij zat opgesloten op de wc en overwoog ik om alle wc's te controleren of een stewardess in te schakelen - maarja dat leek me ook zo raar en paniekerig overkomen. Dus bleef ik de rest van de vlucht het vliegtuig scannen en tegen de tijd dat het vliegtuig de landing inzette, had ik mezelf er bijna van overtuigd dat ik het allemaal verzonnen had. Een beetje beangstigend om de mogelijkheid dat ik een hallucinatiehad gehad, waarin me precies die vragen werden gesteld die ik nodig had, zo serieus te overwegen. Ik was dan ook opgelucht toen de man achter mij aan me vroeg waar mijn buurman gebleven was. Pff ik ben toch nog niet gek aan het worden, aar hoe hij spoorloos kon verwijnen in een vliegtuig en de uurlange rij bij de bagage en douane is me nog steeds een raadsel. En dat zal het waarschijnlijk voor altijd blijven.

○ In Oslob (het stadje van de walvishaaien) hadden we de kleinste bungalow die ik ooit heb gezien - in eerste instantie kreeg ik er dan ook de slappe lach van omdat ik vermoedde dat onze backpacks er niet eens in zouden passen en Haubi zijn benen niet zou kunnen strekken, maar uiteindelijk wilden we er eigenlijk niet meer weg. De eigenaren waren echt te gek en deden zo hun best om het ons naar de zin te maken - hun enige 'witte gasten', wat ze reuze interessant vonden. De hele dag stond de muziek op standje disco en konden we genieten van hun (bloedserieuze) karaoke. Ook hadden we hier een buitenkeuken tot onze beschikking, eindelijk weer eens koken!   Het had wel eventjes geduurd om deze accommodatie te vinden, aangezien we zo slim waren geweest om laat en op een feestdag aan te komen, waardoor alles volgeboekt was. Maar in de Filipijnen ben je op de juiste plek als je hulp nodig hebt van de locals, binnen no time was het hele dorp op de hoogte dat wij een slaapplek zochten en werd er van alle kanten met ons bemoeit. 

○ In Bohol waren we in een guesthouse belandt van een Duitse eigenaar. Een typisch gevalletje van 'oude, niet zo aantrekkelijke man krijgt jong knap aziatisch meisje' - waar ik ondertussen echt steeds ietsje minder positief en moeilijk zonder te oordelen naar kan kijken. Bleek dat al zijn vriendjes tot dezelfde categorie mannen behoorden, dus soms hadden we het gevoel dat we in een bordeel terecht waren gekomen. Gelukkig maakten de biljarttafel en mooie kamer dat goed en waren we bijna de hele dag op pad met onze scooter. Zo zagen we de allerkleinste primaat ter wereld: de Tarsier, die inderdaad inie minie is en erg schattig zoals ze je aanstaren met hun grote ogen - en gingen we naar de chocolote hills. Zes uurtjes heen en terug, dus pijn aan de billen na dit scootertochtje - maar erg mooi, zeker om deze gekke heuvels bij zonsondergang te zien en leuk om zo'n dagje te toeren. Ook super om een pizzeria van een echte Italiaanse eigenaar te vinden en ein-de-lijk weer eens een rood wijntje te drinken - halleluja, nooit gedacht dat ik wijn zo zou gaan missen.

○ Ik heb het al eens eerder gezegd volgens mij, maar het is echt het Amerika onder de Aziatische landen (mijn excuses voor de stereotypering): overal fastfood, dikke mensen, countrymuziek, basketbal, macho mannen (wel met gelakte teennagels) en geweren. Op apo island, waar de ergste misdaad waarschijnlijk het eten van andersmans kip is, kwamen er drie gewapende mannen naast ons zitten. Hun geweren losjes bungelend aan een pinkje en midden op de tafel (het moet wel cool blijven natuurlijk). Super ook als degene met het grootste geweer twee biertjes besteld. Ik wilde bijna dekking zoeken toen ze er super deuzig vandoor gingen. 

○ Voordat we naar Sri Lanka konden vertrekken, hadden we eerst een tweedaagse pit-stop in Maleisië. Geluk bij een ongeluk, hadden we toevallig alletwee een verplicht-last-minute-vliegveld-ticket geboekt naar Kuala Lumpur. Haubi alleen een dagje eerder dan ik, maar dat was prima, had ik nog even twee daagjes rust voordat we aan een nieuw maandje samen beginnen.

See you in Sri Lanka! Toch weer een beetje dichter bij huis (niet figuurlijk denk ik) en zo weinig tijdsverschil dat we nog eens tegelijkertijd online kunnen zijn!

 

 

5 Reacties

  1. Mamma Kitty:
    18 juli 2015
    Een keurslijf zal jou nooit passen! Bikini daar ook meestal genoeg. Weer genoten van je avonturen die soms nog steeds onwerkelijk lijken. Hou die Haubi maar lekker in de buurt. Dikke poen van dien mam
  2. Fred en Liana:
    20 juli 2015
    Ik heb genoten, genoten, van je verhaal. Ongelooflijk wat je doet en durft.
    Ook van ons een hele dikke poen.
  3. Wiel van Engelshoven:
    25 juli 2015
    Met veel plezier kennis genomen van je avonturen. Je hebt het nog steeds naar je zin. De humor en soms wat zelfspot in je verhaal zijn daar in mijn ogen het bewijs van. Veel plezier tijdens het vervolg van je ontdekkingsreis. Leuk dat je een reisgenoot gevonden hebt. Ik kijk uit naar het vervolg van je reisverhaal. Groeten.
  4. Henny:
    8 augustus 2015
    Hi Nikkie.
    Volgens mij heb jij nu een beetje ervaren hoe het voelt om gast te zijn onderwater. Met walvishaaien gesnorkeld.....zijn ze niet machtig mooi?
    Kan onze eerste ontmoeting walvishaaien in Thailand nog herinneren. Weken hebben we ervan gedroomd, zo'n overweldigende ervaring. Vele jaren later kreeg Joep in Egypte ook zijn eerste ontmoeting met een walvishaai. Een super gelukstreffer.
    En niet te vergeten de turtles. ....ik zie je echt nog een keer duiken....

    Geniet ervan en nog een fijne voortzetting van je reisavontuur. Groetjes hero
  5. Henk R:
    27 september 2015
    Het leven is een feest. Je moet allen zelf de slingers ophangen. En dat doe jij. Elsbeth en ik duiken al 33 jaar. Nooit een manta of walsvishaai live gezien. Joep en Fons dus in hun prille duiken wel. Nu gaan we in de herfst naar de Maladiven. Als ik manta's en walvishaaien heb gezien kan ik met een gerust hart stoppen met duiken. Dan is het goed geweest.
    Nog veel meer ervaring en plezier op je reis. Kom wel gezond terug.

    Gr

    Henk R